Piemonte, ad pedem montium, letterlijk "aan de voet van de bergen", is de op één na grootste regio van Italië. Ze ligt in het noordwesten, aan de zuidkant van de Franse en Zwitserse Alpen.

Piemonte heeft een rijke en woelige geschiedenis met een doorslaggevende rol in de Italiaanse eenwording, een regio die economisch aan de top staat, een paradijs is voor fijnproevers en een indrukwekkend wijnlandschap herbergt.

Torino, hoofdstad van Piemonte, aan de voet van de Alpen.

Geschiedenis.

Piemonte is eeuwenlang gekenmerkt door een politieke en territoriale versnippering.
De geschiedenis van deze regio heeft zijn wortels in de prehistorie waar, aan de oevers van het Lago Maggiore, één van de belangrijkste prehistorische beschavingen, bekend als de Golasecca, zich vestigde. Prehistorische sporen van menselijke aanwezigheid zijn gevonden in de buurt van Alba, Ivrea en in de Val di Susa.

Eeuwen voor het jaar nul werd het gebied bewoond door Liguriërs en andere volkeren van Keltische en Keltisch-Ligurische afkomst. Een grote verscheidenheid aan bevolkingsgroepen die leefden van landbouw, schapenhouderij, visserij langs de grote rivieren en die tegelijkertijd beschikten over grote ambachtelijke vaardigheden.

Vanaf de 2de eeuw v. Chr. werden ze ingelijfd door de Romeinen. Deze stichtten kolonies zoals Julia Augusta Taurinorum (Turijn), Hasta Pompeia (Asti), Derthona (Tortona) en Eporedia (Ivrea).
De impact van de Romeinse kolonisatie bleef beperkt vanwege het bergachtige karakter en de grote afstand tot Rome. De Romeinen gebruikten de regio als een buitenpost om de lokale bevolkingsgroepen, de Alpenpassen van de Valle d'Aosta, de toegangspoort tot de Galliërs, te beheersen.
In de jaren na de val van het West-Romeinse rijk kwam Piemonte onder de controle van de Germanen. Eerst onder Odoaker, aanvoerder van de Germaanse huurlingen in het Romeinse leger, en vervolgens door de Ostrogoten en, in het westelijke deel, door de Bourgondiërs. Later volgen de Byzantijnen en Longobarden. Uit deze periode dateert de stichting van talrijke belangrijke kloosters. Dankzij hen werd de handel hervat, de basis gelegd voor de ontwikkeling van de landbouw, met de verspreiding van wijngaarden, kastanjebossen, molens en werden handels- en communicatieroutes weer geopend.

De strategische positie van Piemonte was heel duidelijk in de Middeleeuwen. De Frankische koning Karel de Grote versloeg de Longobarden en Piemonte werd verenigd in de grote Marca di Ivrea, geregeerd door een machtige feodale familie van Frankische afkomst, de Anscarici.

De geschiedenis van Piemonte kenmerkt zich door een sterke beïnvloeding van de buurlanden. De strategische ligging aan de voet van de Alpen maakte het begeerd door vele mogendheden (vooral Frankrijk) als toegangssleutel tot het Italiaans grondgebied.

Vanaf de 16e eeuw zijn het de Savoyen die Piemonte domineerden. In 1562 werd Turijn de hoofdstad van het hertogdom. Dankzij hun politieke bekwaamheid slaagden de Savoyen erin hun bezittingen in Piemonte uit te breiden.

In 1796 versloeg Napoleon Bonaparte tijdens de Eerste Italiaanse campagne het Piemontese en Oostenrijkse leger en vestigde de Napoleontische overheersing in de regio, inclusief de komst van veel Fransen die hier fabrieken en bedrijven begonnen op te zetten.
Vittorio Emanuele I kwam op de troon van het koninkrijk Piemonte na de nederlaag van Napoleon in 1815 en begon het proces van onafhankelijkheid van Italië t.o.v. andere staten.
Tijdens de Eerste Onafhankelijkheidsoorlog in 1848 leed Piemonte een nederlaag tegen de Oostenrijkers.
Vanaf 1848 zorgde Camillo Benso Conte di Cavour ervoor dat de staat een grote stap voorwaarts zette in het proces van modernisering. De Tweede Onafhankelijkheidsoorlog werd met steun van de Fransen gewonnen waarna de Oostenrijkers een deel van Lombardije afstonden aan Piemonte.
Frankrijk kreeg als beloning voor zijn tussenkomst in de oorlog Savoye en Nice. Door deze overwinning besloten andere kleine staten van Midden-Italië zich aan te sluiten bij het nieuwe Koninkrijk Italië. Vittorio Emanuele II nam dankzij Garibaldi heel Zuid-Italië in bezit en werd in 1861 koning van Italië.

Italiaanse eenmaking & de moderne tijd. Il risorgimento & Il Novecento.

De Piemontesen hebben een doorslaggevende rol gespeeld in Il Risorgimento, de Italiaanse eenwording.
Camillo Benso Conte di Cavour en koning Vittorio Emanuele II komen beiden uit Piemonte en ook Garibaldi is een Piemontees, weliswaar geboren in Nice, maar die stad behoorde in die tijd nog tot het grondgebied van Piemonte.

Giuseppe Garibaldi en Vittorio Emmanuele II.

De jaren na de eenwording van Italië in 1861 waren een tijd van een enorme ontwikkeling voor de Piemontese samenleving en voor heel Italië.
In 1861 werd Turijn de hoofdstad van het nieuwe koninkrijk en dat bleef zo ​​totdat het in 1865 naar Firenze verhuisde.

Bekende merknamen van Piemontese origine.

Aan het begin van de twintigste eeuw, il Novecento, begon de industriële ontwikkeling van de regio en werd ze leider in de auto-, mechanische en cinematografische industrie.

In 1899 werd FIAT (Fabbrica Italiana di Automobili Torino ) opgericht, gevolgd door Lancia in 1906, carrosseriebedrijf Farina en Olivetti in 1908, bekend van kantoor- en rekenmachines. De eerste Italiaanse films aan het begin van de 20e eeuw werden hier geproduceerd.

Na de Eerste Wereldoorlog en het fascisme kende de regio een sterke immigratie uit andere delen van Italië. In de jaren 1900 was Turijn een van de centra van arbeidersstrijd, met discussies rond Gramsci's "Nieuwe Orde" en Gobetti's "Liberale Revolutie".

Hét monument van Turijn: de Mole Antonelliana, ontworpen door Alessandro Antonelli.

Geografie.

Piemonte een regio van bekende bergen, rivieren en meren. De bergketen van de Alpen vormt een majestueus decor, nooit ver weg, waar je ook bent in Piemonte.

Een belangrijke rivier is de Po, met zijn lengte van ongeveer 652 kilometer de langste Italiaanse rivier. De Po loopt van de berg Monviso in de Cottische Alpen (Alpi Cozie) in oostelijke richting via o.a. Turijn, Piacenza en Ferrara naar de Adriatische Zee.

Het Lago Maggiore met het prachtige Isola Bella is één van de Piemontese pareltjes. Ten westen van het Lago Maggiore ligt het kleinere Lago d’Orta. Het is één van de schoonste meren van Noord-Italië, met prachtig helder water.

Isola Bella in het Lago Maggiore.

Slowfood: Buono, pulito e giusto!

Lekker, schoon en goed! Dat is in drie woorden zeggen waar Slow Food voor staat.

De inmiddels wereldwijd opererende Slow Food-beweging werd opgericht in Bra, om precies te zijn op de binnenplaats van restaurant Osteria Boccondivino. Hier dacht Carlo Petrini in 1986 met een paar vrienden na over een tegenhanger voor het steeds sneller verspreidende fast food-fenomeen.
Men wilde lokale producten beschermen en promoten, maar ook de bijbehorende, vaak ambachtelijke productiemethoden en de hele plaatselijke cultuur die rondom een bepaalde streekspecialiteit is ontstaan.
De Slow Food-organisaties zijn te herkennen aan de rode Slow Foodslak.
Een perfect symbool, want dit diertje is, net als Slow Food, "lekker langzaam".

Bra, Università degli studi di Scienze Gastronomiche di Pollenzo.

Il paradiso dei buongustai.

Piemonte wordt ook het paradijs voor fijnproevers genoemd. Delicatessen als hazelnoten, kazen, vleeswaren, truffels en wijn komt allemaal hier vandaan.

Gastronomisch gezien is Piemonte één van de rijkste en meest gevarieerde regio’s van Italië.
Typische gerechten zijn bv. Agnolotti del plin (een gevulde pasta), Caponet (koolrolletjes gevuld met varkensgehakt en verkruimelde worst), Carne cruda all’albese (rauwe dunne plakjes rundvlees op smaak gebracht met citroensap, olie, knoflook, zout en peper),
Brasato al Barolo (stoofpotje van rundsvlees dat lange tijd in Barolo-wijn is gekookt), Bonet (Piemontese pudding), Finanziera (een gerecht dat voornamelijk werd gegeten door de armen, aangezien het hoofdingrediënten slachtafval is), Panissa (een soort risotto), Tajarin al tartufo bianco d’Alba (eierpasta met boter en geschaafde witte truffel).

Tajarin al tartufo bianco d’Alba.

Eén van de meest klassieke antipasti uit de Piemontese keuken is ongetwijfeld de Vitello tonnato.
Wat we allemaal kennen van een Italiaanse gedekte tafel zijn de grissini. Deze soepstengels hebben ook hun oorsprong in de regio.

Hebben we niet allemaal een pot Ferrero - Nutella in de kast staan? Ferrero is een Italiaans familiebedrijf, gevestigd in Alba, dat kort na de Tweede Wereldoorlog werd opgericht door de broers Pietro en Giovanni Ferrero.

Naast een pastaland is Italië ook een rijstland. In het noordoosten van Piemonte, in de provincies Vercelli, Biella en Novara, vind je meer dan honderdtwintigduizend hectare aan rijstvelden. Als je deze groene rijstvelden vol met water ziet, waan je je eerder in China. Toch is rijst ook voor de Italiaanse keuken een belangrijke pijler, in het noorden tenminste, waar men graag een heerlijke risotto eet.

Unesco Werelderfgoed.

Wijngaarden als Werelderfgoed, daar kunnen we als wijnliefhebbers alleen maar blij mee zijn. Het zijn dan ook prachtige landschappen waar je stil van wordt.
De landschappen van Monferrato, Langhe en Roero staan sinds 2017 op de Werelderfgoedlijst van Unesco.

Wijngaarden rond Alba.

Wijnbouw.

De oorsprong van de Piemontese wijnbouw gaat terug tot de Midden-Bronstijd, rond 1500 v. Chr., maar een belangrijke bijdrage is te danken aan de Romeinse kolonisatie.

Met de val van het Romeinse rijk werden de wijngaarden verwoest en met de grond gelijk gemaakt door de invallen van de Ostrogoten en Bourgondiërs, die de wijnbouw beperkten tot de landgoederen van de abdijen.
Dankzij de vastberadenheid van vele monniken en dankzij de kennis en technologieën die de Romeinen over de teelt ervan hadden geleerd, slaagde de wijnstok erin één van de donkerste en meest onstabiele periodes te overleven.

Vanaf de achtste eeuw begon de wijnstok ruimte terug te winnen. Zo werd Asti rond het jaar 1000 het toneel van een ongelooflijke wijnproductie en langzaam begon de uitzonderlijke wijnstok voor deze regio, Nebbiolo, zijn weg te vinden.
Aanvankelijk werd het gekweekt in lage struiken of in rijen op gronden die werden gedefinieerd als "aggricciati", of gekenmerkt door rijen waar de planten de ruimte deelden met granen.

De eerste vermelding van Nebbiolo dateert uit 1268 en verwijst naar wijngaarden op de heuvels van Rivoli. Pietro de' Crescenzi vermeldt het in 1330 in zijn Ruralium Commodorum libri Duodecim. Nebbiolo wordt al in 1200 geïdentificeerd als een wijnstok, maar werd pas beroemd in de 19e eeuw, onder leiding van Graaf Camillo Bensi di Cavour en de markies van Barolo.

Graaf Camillo Benso di Cavour en Julia Falleti markiezin van Barolo.

Tussen de zestiende en zeventiende eeuw volgden nieuwe technieken voor de teelt en productie elkaar snel op. Het was een periode van echte bloei.

In 1787 schreef Thomas Jefferson, toekomstige president van de Verenigde Staten, tijdens een reis naar Frankrijk en Noord-Italië, van de Nebbiolo die hij proefde in Hotel d'Angleterre in Turijn:
“Bijna zoet als soepele Madeira, droog in de mond als Bordeaux en levendig als Champagne“.

Tot het begin van de negentiende eeuw waren Piemontese wijnen overwegend zoet, een traditie die terug te voeren is op zowel commerciële als technische redenen. Vanuit commercieel oogpunt; aangezien de meeste wijnen door de Maritieme Republiek Genua over zee werden geëxporteerd, zorgden zoete wijnen voor een langere houdbaarheid tijdens lange zeereizen. Door de late oogstperiode en de bijhorende koude temperaturen slaagde men er niet altijd om het fermentatieproces volledig tot het einde te laten verlopen met een aandeel restsuiker als gevolg.

Pas later in de negentiende eeuw kregen de grote rode Piemontese wijnen de reputatie die ze beroemd hebben gemaakt over de hele wereld.
Allereerst Barolo, ontstaan ​​dankzij het werk van Graaf Camillo Benso di Cavour zijn keldermeesters en Julia Falletti, markiezin van Barolo, in het kasteel van Grinzane. Vervolgens werd ook Barbaresco geboren, een andere grote expressie van Nebbiolo, dankzij Domizio Cavazza, oprichter van de Cantine Sociali di Barbaresco en directeur van de beroemde Oenologische School van Alba.

Vanaf 1900 leidden de opeenvolging van de trek naar de steden, de wereldoorlogen en de migratie naar Amerika tot een drastische afbouw van de wijnbouw, waardoor het aantal verbouwde hectaren wijngaarden in minder dan 20 jaar tijd halveerde.
Een nieuwe generatie wijnmakers keerde terug naar de regio en besloot hun stijl en productietechnieken te veranderen en zich ook aan te passen aan internationale markten.
Moderne productiemethoden geïnspireerd door de grote wijnen van Bourgondië en Bordeaux werden gebruikt, gericht op wijnen eleganter en evenwichtiger maken, weg van de rustieke stijl.

De ontwikkeling die volgde leidde tot een snelle toename van de volumes, maar ook een daling van de kwaliteit van de Piemontese wijnen en hun prijzen, wat in 1986 culmineerde in het methanolwijnschandaal.

Deze episodes zijn aanleiding geweest tot een stevige koerswijziging in de Piemontese wijnbouw, met een vernieuwing van de kwaliteit en het imago van de belangrijkste wijnen. De nieuwe rode wijnen, die heel anders waren dan de traditionele, hadden een groot succes ondanks een controverse onder wijnbouwers. Traditionalisten en vernieuwers steunden tegenovergestelde meningen over bijvoorbeeld het gebruik van houtlagering.

Piemonte is van fundamenteel belang geweest voor de ontwikkeling van de moderne Italiaanse oenologie. Hier begon de buitengewone evolutie die Italië terugbracht naar de top van de productie van wijnen van hoge kwaliteit.

Klimaat en territorium.

Piëmonte ligt ingesloten tussen diverse bergketens. In het noorden en het westen door de Alpen en in het zuiden door de Ligurische Alpen
Zo behoudt deze regio een continentaal klimaat die de rijping van de druiven ten goede komt. Lange koude winters, hete, droge zomers en aanzienlijke temperatuurschommelingen tussen dag en nacht zijn kenmerkend.

Piemonte heeft een gevarieerd en uitgestrekt grondgebied. De bergen beslaan 43% van het grondgebied, de vlakten 26% en de heuvels 31% (waar de wijnbouw zich bijna uitsluitend situeert).
Elk gebied heeft zijn eigen bijzonderheden met betrekking tot temperaturen en regenval.
Het resultaat is dat er in de wereld maar weinig wijnbouwgebieden zijn waar de combinatie van bodem, klimaat en druivenras zo'n grote rol speelt bij het bepalen van de organoleptische kenmerken van wijnen.

De wijngaarden rond Barolo.

Piemontese druivenrassen.

De druivenrassen zijn voornamelijk autochtoon. Van de top 20 zijn er slechts 5 internationale variëteiten: Chardonnay, Cabernet Sauvignon, Merlot, Pinot Noir en Sauvignon Blanc, waarvan de totale oppervlakte geen 5% bereikt.
Piemonte heeft een indrukwekkend arsenaal aan druivenrassen met Nebbiolo en Barbera als vaandeldragers.
Daarnaast is er een mooie verscheidenheid aan autochtone witte druivenrassen. De meest bekende is de Cortese voor de Gavi-wijnen.

Piemontese wijnen zijn voornamelijk rode wijnen die samen met de zeer weinige rosés, meer dan 66% van de totale productie vertegenwoordigen.

Barbera, La Barbera!
Barbera, het enige druivenras met een vrouwelijk lidwoord, is de meest voorkomende variëteit en neemt met 16.000 hectare ongeveer 30% van de totale productie in beslag.
Meestal gevinifieerd als monovarieteit, is ze veelzijdig en maakt het mogelijk om verschillende smaaktypes te verkrijgen, van traditionele doordrinkers tot meer gestructureerde en complexe houtgelagerde versies die uitstekend ontwikkelen in de loop van de tijd.

Het is een gemiddeld tot iets later rijpende variëteit die zich goed aanpast aan de bodem en de klimatologische omstandigheden. Het onderscheidt zich door een intens blauwe kleur van de schil, met een hoge zuurtegraad.
De wijnen die uit Barbera worden verkregen, zijn intens robijnrood, met duidelijke aroma's van rood fruit en kreupelhout, hints van roos en kruiden, elegant, sappig en gestructureerd, met een uitgesproken zuurtegraad in hun jeugd die met het ouder worden verzacht.
Het wordt voornamelijk geteeld op het grondgebied van Alba, Alessandria, Colli Tortonesi, Asti en in het bijzonder in de Monferrato Astigiano.

La Barbera!

Nebbiolo.
Nebbiolo is één van de belangrijkste blauwe druivenrassen en beslaat ca. 10% van de Piemontese wijngaarden. In Piemonte heerst een klimaat dat een uitstekende rijping van late variëteiten zoals Nebbiolo mogelijk maken.
In de Langhe worden drie subvariëteiten verbouwd: Lampia, Michet en de zeldzame Rosé.
In het noorden van Piemonte wordt het biotype Spanna verbouwd, terwijl in het noorden van Ivrea de wijnstok de naam Picotendro aanneemt. Kenmerkend voor de Nebbiolo is de tanninestructuur die naast een droog aspect ook voor bewaarpotentieel zorgt.
Er zijn veel hypothesen over de oorsprong van de naam, maar de meest waarschijnlijke zou voortkomen uit de mist die de wijngaard omhult en een fascinerende sfeer creëert tijdens de oogstperiode.

Nebbiolo.

Dolcetto.
Dolcetto is het op één na meest verspreide blauwe druivenras in Piemonte (12%) en wordt al eeuwenlang verbouwd, vooral in het zuiden van de regio, waar het de hoofdrolspeler is van verschillende herkomstgebieden.
De wortels liggen in het verre verleden en een eerste vermelding is te vinden in een oogstverordening van de gemeente Dogliani uit 1593, die spreekt over de oogst van een zekere Dozzetti.
In de 18e eeuw was de wijnstok ook aanwezig in het Monferrato Asti-gebied, vanwaar hij de gebieden van Acqui en Ovada bereikte, evenals het Tortona-gebied, waar hij Nibiò wordt genoemd.
De naam 'dolcetto' komt waarschijnlijk van de karakteristieke zoetheid van de rijpe druif en is altijd beschouwd als de dagelijkse Piemontese wijn bij uitstek. Tegenwoordig kan je er zeer mooie wijnen van vinden met veel karakter en finesse.
Dolcetto-wijnen zijn uitstekend om jong te drinken, omdat ze een matige zuurtegraad hebben, vergezeld van een goed alcoholgehalte en een mooie rondheid in de mond.

Freisa.
In het verleden werd Freisa beschouwd als een druivenras van grote waarde. In 1799 sprak Nuvolone erover als een druivenras van topkwaliteit, maar het bebouwde areaal neemt voortdurend af en is vooral geconcentreerd in het Chierese-gebied en op de heuvels die grenzen aan de provincies Turijn en Asti.

Andere autochtone blauwe Piemontese druivenrassen zijn Grignolino, Pelaverga, Ruchè, Croatina, Vespolina, Piemontese Bonarda (of Uva rara) en Malvasia Nera di Schierano en Casorzo.

Moscato Bianco.
De Moscato Bianco of Moscato Bianco di Canelli is het meest verbouwde witte druivenras in Piemonte. Het vertegenwoordigt 21% van de totale productie van Piemontese witte wijnen en wordt verbouwd op een totale oppervlakte van ongeveer 9.750 hectare.
Moscato Bianco wordt voornamelijk verbouwd in de provincie Cuneo en Asti, waar het wordt gebruikt voor de productie van de beroemde zoete of halfzoete Asti Spumante en Moscato d’Asti.
De Moscato Bianco, de bekendste van de familie moscati, is een aromatische soort die bijzonder rijk is aan terpenen die de wijnen een intens bloemig aroma geven.

De Moscato d'Asti is één van de meest geëxporteerde Italiaanse mousserende wijnen en is ook de bekendste zoete mousserende wijn ter wereld.
Een droge versie zoals de Asti Secco worden ook geproduceerd uit Moscato, maar vertegenwoordigen een kleine niche vergeleken met de zoete en halfzoete versies.

Cortese.
Onder de witte wijnen uit Piemonte is Cortese het tweede meest voorkomende witte druivenras met 6% van de totale productie van de regio en wordt verbouwd op een oppervlakte van ongeveer 3000 hectare.
De Cortese wordt voornamelijk gebruikt voor de productie van de gewaardeerde witte Gavi di Gavi.
Cortese levert wijnen op met een mooie zuurtegraad, smaak en een gematigd alcoholgehalte en perfect veelzijdig in gastronomische combinaties.

Arneis.
Onder de witte druivenrassen uit Piemonte mag Arneis zeker niet ontbreken. Arneis wordt verbouwd op een oppervlakte van ongeveer 600 hectare, voornamelijk gelegen in de provincie Cuneo. Er wordt beweerd dat de naam Arneis is afgeleid van de Cuneo-uitdrukking ‘arnese’ of ‘goedkoop object’, omdat het in contrast stond met de waardevollere en winstgevendere Nebbiolo.
Witte wijnen gemaakt van Arneis, kunnen zowel voor dagelijkse consumptie dienen als in zeer verfijnde versies te vinden zijn.
In feite zijn er nogal wat Arneis-interpretaties van grote complexiteit, elegantie en lange levensduur die tot de beste Italiaanse witte wijnen kunnen worden gerekend.

Timorasso.
Het meest interessante witte druivenras van de afgelopen jaren is de Timorasso, een echte zeldzaamheid die is gered uit de vergetelheid waartoe hij voorbestemd leek. Ze werd nl. stelselmatig vervangen door productievere druivenrassen.
Op een bescheiden oppervlakte van 130 hectare in de Colli Tortonesi zorgt de Timorasso voor wijnen met een goede zuurtegraad, structuur, een geweldige mineralige smaak en bloemige aroma’s. Ook wijnen met een mooi verouderingspotentieel.
De Timorasso dei Colli Tortonesi-wijnen vermelden op het etiket vaak de vermelding ‘Derthona’, een naam afgeleid van de oude Romeinse stad Tortona.
De aromatische complexiteit van oudere Timorasso-wijnen maakt tot het tot een originele combinatie met gerechten op basis van truffels.

Erbaluce.
In het herkomstgebied van Canavese, het historische gebied tussen Turijn en de Aostavallei, wordt op ca. 240 hectare de Erbaluce verbouwd.
De Erbaluce wordt gebruikt voor de productie van typische Canavese wijnen, zoals de fijne Erbaluce di Caluso en de Erbaluce di Caluso Passito en Erbaluce di Caluso Spumante.
Erbaluce is dus een veelzijdige wijnstok. Naast dat hij in het wit wordt gevinifieerd, wordt hij ook gebruikt voor de creatie van mousserende wijnen en dessertwijnen met grote finesse.
De Erbaluce-wijnen beschikken over een goede zuurtegraad, structuur en aroma's met een bloemig karakter.

Favorita.
De Favorita-wijnstok vormt samen met Arneis de basis van witte druiven van de Roero. De naam komt voort uit het feit dat de druif door de eeuwen heen de gunst van lokale wijnmakers heeft weten te winnen en zo ‘L’Uva Favorita' is geworden. Waarschijnlijk van Ligurische oorsprong, evenals de Vermentino waaraan het identiek wordt beschouwd, heeft Favorita sinds het einde van de achttiende eeuw zijn habitat in de Roero gevonden.

Herkomstgebieden.

De Piemontese wijngaarden beslaan 48.100 hectare. Samen met Valle D'Aosta is het de enige regio die geen IGP-wijnen produceert.
Sinds 1980 zijn er maar liefst 18 DOCG- en 41 DOC-herkomstgebieden wat het uitzonderlijk kwaliteitsniveau van Piemonte weergeeft.

Monferrato en omliggende wijngaarden.

Piemonte is een regio waar bijna op het hele grondgebied wijn wordt geproduceerd en zes macrogebieden te onderscheiden zijn: het gebied tussen Saluzzo en Turijn, de Monferrato Astigiano, de Alto Monferrato, de Roero, de Langhe en Alto Piemonte.

De koning van de wijnen, Il Barolo.

Een naam die in de wijnwereld klinkt als een klok, Barolo. De naam Barolo is afgeleid van Villa Barogly, de naam die het kasteel sinds 1200 draagt.
Barolo is een kleine gemeente ten zuiden van Alba, waar van iets meer dan 1000 hectare Nebbiolo-wijngaarden, beheerd door 1000 wijnmakers, deze iconische wijn wordt gemaakt.

Oorspronkelijk had Barolo eerder een zoetige smaak en dat had een reden. Nebbiolo rijpt laat waardoor de vinificatie pas in de koude maanden november en december gebeurde en het gistingsproces gemakkelijk kon stoppen, waardoor er een bepaalde hoeveelheid restsuiker in de wijn achterbleef.

Fles Barolo en Barbera d’Asti van Laficaia.

Barolo zoals we die nu kennen werd in de negentiende eeuw geboren in het hart van de Langhe uit de wijngaarden van de markies Tancredi Falletti en markiezin Giulia Colbert Falletti di Barolo. Markies Carlo Tancredi Falletti di Barolo trouwde in 1807 met Juliette Colbert de Maulevrier.
In 1838, toen de markies stierf, erfde de jonge vrouw de eigendommen van de familie Falletti, waaronder verschillende wijngaarden in het Barolo-gebied.

Juliette, gewend aan Franse aristocratische wijnen, hield niet van de zoete Barolo, maar was wel zeker van het potentieel en huurde daarom de beroemde Franse landgenoot en wijnmaker Louis Oudart in, die de technieken toepastte van Franse vinificatie. Uit dit experiment ontstond een sobere, krachtige, langlevende, elegante en vooral droge wijn.
In dezelfde periode was een andere beroemde hoofdrolspeler Graaf Camillo Benso Conte di Cavour, die als minister van Landbouw, Handel en Marine de groei van de regionale wijnbouw en de export van Piemontese wijnen mogelijk maakte, wat een eerste gouden eeuw markeerde voor dit product.

Barolo werd onmiddellijk een nobele en gewaardeerde wijn, zozeer zelfs dat hij de woordvoerder werd van Piemonte en de Savoyen in alle hoven van Europa, mede dankzij de steun van koning Vittorio Emanuele II.
Deze iconische rode wijn uit Piemonte wordt daarom beschouwd als 'de koning der wijnen en de wijn der koningen’.

Barolo wordt geproduceerd van 100% Nebbiolo-druiven en vereist een minimale rijping van 38 maanden waarvan 18 in houten vaten en kan na 5 jaar rijping de vermelding 'Riserva' toevoegen. Dankzij de sterke tanninecomponent van Nebbiolo kan ze zeer goed verouderen.

Over het algemeen krijg je een granaatrode wijn, met intense en elegante aroma's van bloemen (viooltjes) en rijp fruit, vaak met tertiaire tonen van zoethout, kruiden, leer en teer. In de mond heeft het een grote intensiteit en persistentie, allemaal vergezeld van een geweldige zuur-tannine balans.

Barbaresco, de koningin.

Ten noorden van Alba dompel je jezelf onder in een landschap van prachtige schoonheid, waar in slechts vier gemeenten - Barbaresco, Neive, Treiso en San Rocco Seno d'Elvio - Barbaresco ontstaat, de andere grote Nebbiolo-wijn die Barolo evenaart, vaak iets minder krachtig en misschien iets eleganter.

Al minstens twintig jaar is Barbaresco een van de grootste wijnen ter wereld en sinds enkele jaren heeft de productiediscipline een belangrijke nieuwigheid geïntroduceerd: de aanvullende geografische vermeldingen (MGA’s). Het zijn microterritoria waaraan de naam van de enkele wijngaard kan worden toegekend.

Barbaresco en omliggende wijngaarden.

Barbaresco ontleent zijn naam aan de gemeente Barbaresco in de provincie Cuneo. Ligurische Keltische bevolkingsgroepen leefden hier in de oudheid, omgeven door bos. Toen de Romeinen het gebied koloniseerden, het oude bos omhakten, het land bewerkten en druiven lieten verbouwen, ontstond de naam, afgeleid van ‘barbarica silva’, het bos van de barbaren.

De wijnen uit ons gamma.

Met Brangero, Laficaia, Guasti Clemente en Tenuta Foresta kunnen we de meeste autochtone en prestigieuze wijnen uit Piemonte aanbieden.

Zin om ze te ontdekken? Bestel ons Degustatiepakket Regio Piemonte of Degustatiepakket Regio Piemonte Doppio en je gaat samen met een paar iconische wijnen op reis door deze fantastische wijnregio.

Olga Semencha en haar wijnen van Tenuta Foresta - Isola d’Asti.